Mensen die niet van voetbal houden

Hij zuchtte er diep bij, Dirk, die ouwe trouwe supporter. Hij had het zwaar en de nederlaag waar we zojuist getuige van waren geweest, lag hem nog zwaar op de maag. “Mensen die niet van voetbal houden lijden een gelukkiger leven,” constateerde hij fatalistisch. Ik lachte om die constatering, weliswaar als een boer met kiespijn want ook ik worstelde met dezelfde teleurstelling. De teleurstelling die een nederlaag van je favoriete club nou eenmaal onverbiddelijk met zich meebrengt.
De zinsnede speelde echter nog lang na de wedstrijd door mijn hoofd en heel eerlijk gezegd begon ik er steeds meer de waarheid van in te zien.
Laten we beginnen met te constateren dat er weinig realisme aan de liefde voor een voetbalclub kleeft. Het is een wat kunstmatige voorliefde voor een club die voor velen feitelijk een nogal abstract ding is gebleven. Velen zijn immers zelfs nog nimmer in het stadion van hun favoriete club geweest en leven alleen mee via Studio Sport.

Bij de liefde voor een amateurclub komt dat gevoel al dichter bij iets dat concrete vormen aan weet te nemen. Vaak worden de wedstrijden fanatiek bezocht en al even fanatiek meebeleefd. En waar een wedstrijd winnaars kent, kent deze ook onherroepelijk verliezers. Het zijn die dalen die de bergen van de voetballiefde maken: de lol van de overwinning wordt gevoed door het inherente verdriet van de verliezer.
En dus word ik ’s zaterdagsochtends wakker met een knoop in mijn maag, klotst het zweet me onder de oksels als Ajax een belangrijke Europese wedstrijd moet spelen en leef ik bijna hyperventilerend naar de aftrap toe. Een belangrijke score wordt vervolgens in een staat van sterk verminderde toerekeningsvatbaarheid gevierd en de catastrofale tegentreffer kostte me al eens een prijzige fauteuil toen ik er teleurgesteld wat al te bruusk mijn volle honderd-plus kilo’s in terug kwakte.

Mijn vrouw beleeft het vanaf ‘de zijlijn’ met enig leedvermaak mee. Zij bewijst het gelijk van Dirk en leidt een zalig onbezorgd leventje terwijl ik duizend doden sterf voor die televisie. Ooit probeerde ze wel mijn emotionele uitbarstingen nog wel te relativeren en de uitbarstingen wat te temperen, om slechts tot de conclusie te komen dat ze zich daarmee ongewild aanbood als bliksemafleider voor mijn emoties.
En daarbij blijft er helaas erg weinig van die liefhebbende echtgenoot over, vrees ik met het schaamrood dat zelfs bij de herinnering nog opklimt op de kaken. Ze vlucht nu meestal maar naar veiliger oorden en zoekt met een goed boek de slaapkamer op. Ze weet dat er geen land met die dwaas te bezeilen valt en vraagt als ik dan eindelijk aan de rand van de echtelijke sponde verschijn heel voorzichtig ‘En?’ Deemoedig geef ik haar dan in drie woorden de samenvatting en conclusie van de wedstrijd. Liefdevol slaat ze na een nederlaag dan de arm om me heen. Hoewel: ook na een overwinning grijpt ze haar kans om een avond zonder enige romance toch nog wat kleur mee te geven. Het is een vergevingsgezinde engel die vrouw van mij…
Ook bij mijn geliefde SV Huizen ervaar ik die spanning dus. Inmiddels al dik op weg naar de zeventig levensjaren kan ik niet stellen dat me dat inmiddels enige berusting of distantie heeft opgeleverd. Onveranderlijk ben ik nerveus gespannen in de aanloop naar de wedstrijd. Door mijn functie als vaste verslaggever van de wedstrijden dicht men mij voorspellende gaven toe. Verwachtingen die ik eigenlijk zonder uitzondering teleurstellend invul. Ik probeer me op de vlakte te houden, maar dan komen de supporters zelf met hun voorspellingen en laat ik me toch weer uit de tent lokken.
Na de wedstrijd nog even wat interviews en meningen oogsten en dan op de fiets naar huis, alvast de volzinnen bedenkend waarmee ik mijn conclusies straks in het verslag zal trachten vast te leggen. Bij een overwinning van enige importantie komt het gevoel denk ik nog het dichtst bij iets van goede seks, maar bij een nederlaag moet ik alle zeilen bij zetten om de zaak niet met de grond en mijn teleurstelling gelijk te maken.

Het is op de keper beschouwd eerder een gesel dan een zegen die liefde voor het voetbal. Het trekt een onevenredige wissel op mijn bestaan, mijn welbevinden, mijn huwelijk… In een mate die ik rationeel al lang niet meer weet te duiden. Want waar gáát het nou eigenlijk allemaal om: elf mannen die achter een bal aan hollen en dat ding in een netje trachten te werken, hinderlijk tegengewerkt door elf anderen die exact hetzelfde nastreven maar dan in het andere netje… Het slaat eigenlijk helemaal nergens meer op als je er even rustig over nadenkt.
En dat doen dus die mensen die niet van voetbal houden… Ergens benijd ik ze. Maar aan de andere kant: ze kennen ook nimmer dat gevoel van euforie bij een fraaie overwinning, een promotie.
En daarmee neem ik die nederlagen en degradaties dan toch maar weer voor lief…
Ook als Zuidvogelsman had ik altijd leuke gesprekken over voetbal met Dirk , helaas hij is niet meer
Een prachtig eerbetoon aan een markant persoon. We missen hem.