Wonderkind
Foto’s: Kelly Sikkema on Unsplash, Sourabh Sarkar on Pixabay
Een gezegde luidt ‘Elk meent zijn uil een valk te zijn’. Ofwel: veel ouders denken dat hun eigen kroost meer talenten herbergt dan die van de buitenwacht. Veelal onterecht, helaas.

“De leiders van de E-heelveel en D-nogwat zagen hun teampjes liever winnen dan verliezen.”
Zelden kom je deze misvattingen nadrukkelijker tegen dan langs de lijn van een modale jeugdwedstrijd.
‘Twaalf ambachten, dertien ongelukken’ is dan weer een ander gezegde. En dat doet dan ook voor mij opgeld. Met sterk wisselende succes vervulde ik vele rollen binnen mijn club s.v. Huizen. Het voert te ver om ze hier allemaal te benoemen, maar één van die rollen was jeugdscout. In alle vroegte struinde ik de bijvelden af om te zien of er in de lagere teams nog verborgen talenten rondliepen. Wat je daar bij die even kansloze als talentloze jeugdspelertjes langs de kant meemaakte, is met geen pen te beschrijven — maar daar ga ik toch een kleine poging toe wagen. Mijn dertiende ongeluk, zullen we maar zeggen…
Jeugdleiders zagen me liever gaan dan komen: ook de leiders van de E-heelveel en D-nogwat zagen hun teampjes liever winnen dan verliezen. En hoewel ik zelden of nooit een spelertje gaande het seizoen voordroeg voor een selectieplekje, was men toch altijd bang dat ene spelertje te verliezen dat nou juist het verschil maakte voor hun groepje van beperkt getalenteerden. Men liep dus niet over van enthousiasme bij de medewerking.
Tenzij!
Tenzij ik naar de naam van het zoontje van de leider vroeg! Dan gingen de deuren figuurlijk wijd voor me open. Op de een of andere manier is de bereidheid van ouders van ‘talentjes’ om zich op te werpen als leider evenredig met dat talent van hun kroost. Ik kwam zelden een jeugdleider tegen die de vader van de kneus van het veld bleek te zijn. Nou ja: uitzonderingen bevestigen de regel: ééntje werd er door de wanprestaties van zijn zoontje bijkans tot wanhoop gedreven. Hij leek het dromertje iedere stap daar op dat bijveldje luidkeels te moeten begeleiden, om na het aanschouwen van het bedroevend resultaat zich hoofdschuddend om te draaien om weer even tot zichzelf te komen.

Opmerkelijk fenomeen die talentverdeling, trouwens: in de prille jeugd maakt één goed spelertje het verschil tussen winnen of verliezen. Niet zelden een wat dikkig solistje dat de andere spelertjes als een soort veldvulling beschouwt en ‘overspelen’ niet in het woordenboekje heeft staan. Naarmate de jaren verstrijken, verdwijnen die solistjes langzaam maar zeker buiten beeld en is het niet langer dat ene uitblinkertje dat het verschil maakt, maar worden het juist de zwakkere broeders die hun stempel op de uitslag lijken te gaan drukken. Het is ook die fase dat het uitfilteren van de talentlozen begint: het wordt ze door medespelers vaak in niet mis te verstane bewoordingen duidelijk gemaakt wie er opnieuw verantwoordelijk was voor deze onnodige nederlaag. De keepertjes sneuvelen dan het eerst: hun fouten zijn immers vrijwel altijd desastreus…
Ambities
Maar dit terzijde. Het sporten van kinderen wordt met enige regelmaat ingegeven door de ambities van de ouders. Met de beste bedoelingen vaak, al ga ik daar toch wel ernstig aan twijfelen als ik peuters tijdens turntrainingen zo ongeveer uit elkaar gerekt zie worden terwijl de tranen ze over de wangetjes lopen. Het peutertje doet veelal braaf waar pa of ma zelf bij afgehaakt is. Peutertje wordt geacht alsnog de stukgelopen ambities van die in deze of gene sport gesjeesde ouder waar te maken. Niet alleen in de sport overigens: ik maakte ook een opa mee die zijn kleinzoon op zijn derde verjaardag een volwassen gitaar gaf. Het mannetje was er nog veel en veel te klein voor en bij mijn weten heeft hij er nimmer een noot op gespeeld. Ook weer zo’n (groot-)ouder die zijn ambities in het nageslacht voortgezet wilde zien.
“…als ik peuters tijdens turntrainingen zo ongeveer uit elkaar gerekt zie worden terwijl de tranen ze over de wangetjes lopen…”
Op de voetbalvelden kom ik dergelijke misstanden dus met enige regelmaat tegen. ‘Daar worden ze hard van!’ oreerde een ouder clublid ooit in de warme kantine met een jonge borrel tussen de vingers, terwijl de kinderen buiten op het stijf bevroren veld stonden te kleumen. De veelal ongediplomeerde trainers die de lagere elftalletjes onder hun hoede hebben, die met drie ballen voor dertig kinderen aan de slag moeten, die missen dan veelal de vaardigheid om de kids in beweging te houden op een manier die ook door de kinderen als aangenaam wordt ervaren.
Zoals in zoveel sporten moeten ook veel jonge voetballertjes dus de vervlogen ambities van hun ouders waar zien te maken. Als zoonlief twee keer een bal recht vooruit weten te spelen, dan vraagt vader zich meteen vertwijfeld af waarom zijn kroost niet in de eerste selectie is opgenomen. Het prestatieniveau van het eigen kind is een blinde vlek voor het gros der ouders. Onbeschaamd slaan ze aan ’t lobbyen en werpen zich als heuse ‘zaakwaarnemers’ op voor zoon- of dochterlief.
‘Weet je wie er de laatste tijd zo lekker aan het keepen is?’ lispelde een vader me ooit in het oor nadat hij me een biertje had aangeboden. ‘Die zoon van mij!’
Ik had moeite om mijn slok bier binnen te houden en niet alles door de kantine te proesten. Zoonlief was een veel te klein, mollig mannetje dat weliswaar wekelijks in een heel fraaie keepersoutfit ten tonele verscheen in een van de lagere D-elftalletjes, maar verder hield iedere gelijkenis met een doelman op. Als vertegenwoordiger van deze jeugdcategorie moest ik toch wát met deze gênante situatie en dus zegde ik hem toe zoonlief wel eens te komen bekijken.

Schaamteloos
‘Wie zonder zonden is werpe de eerste steen’. En die steen mag ik dus beslist niet ter hand nemen, want ook ik bezondigde me in het verleden schaamteloos aan het promoten van mijn meer getalenteerde dan gemotiveerde zoon. Ondanks alle inspanningen ebde bij mijn zoon eerst de lust tot keepen weg, om vervolgens na een jaartje op lager niveau als verdediger rond te hebben gehold zijn kicksen helemaal aan de wilgen toe te vertrouwen. Ook mijn ‘uil’ heeft mij jarenlang een valk toegeschenen. Maar uiteindelijk drong de realiteit zich onverbiddelijk aan me op. Net als bij de vader van dat andere keepertje overigens, dat inmiddels ook met stille trom de club heeft verlaten.
Ieder kind heeft immers recht op zijn of haar eigen ambities…
Excellent blog post. I certainly love this website. Keep it up!