Teamfoto
Foto’s SV Huizen: Henk Heijnen Fotografie

Geen team zonder teamfoto. Zelfs Skubbeveren 12 laat toch jaarlijks wel even iemand een kiekje nemen van de spelers in vol ornaat. Een mannetje of elf, twaalf. Sommigen gehurkt en af en toe ook één die olijk voor de groep ligt, als de voorloper van de muurligger. Naarmate het team lager speelt is de bijvangst op de foto minder. De leider — veelal een wat somber kijkende man in een lange regenjas, soms de vlaggenist, in trainingspak en met het vlaggetje nog in de hand. En dat is het dan voor de lagere teams.
“Iedereen wil zijn konterfeitsel vereeuwigd zien op de teamfoto van het eerste elftal.”
Naarmate de status van het team stijgt verschijnen er echter meer mensen op de foto: al vlug verschijnt bijvoorbeeld de trainer in beeld – eerst nog in trainingspak, maar later – als het team hoger speelt – zelfs met heuse stropdas in de clubkleuren en strak in ’t clubkostuum. Naarmate de afdelingen klimmen wordt ook de groep groter: meer spelers, meer officials. Het aantal af te beelden vrijwilligers neemt evenredig toe met de hoogte van de klasse waarin men uitkomt: de verzorger, de materiaalman, de keeperstrainer, de elftalbegeleider(s). Iedereen wil wel graag wat van de glorie van de club op hem of haar laten afstralen. Ik heb teamfoto’s in presentatiegidsen gezien waarop op een gegeven moment meer ‘randfiguren’ dan spelers te zien waren – tot en met de buschauffeur aan toe! Iedereen tot het hoofd van de schoonmaak– en kantineploeg wil zijn konterfeitsel vereeuwigd zien op de teamfoto van het eerste elftal.
‘Erbij horen’ is waar het om draait. Om het stukje waardering waarvoor die mensen het allemaal belangeloos doen, waarvoor ze ieder weekend opnieuw door weer en wind op de fiets stappen om hun ding te doen ‘voor de club!’…
Maar laten we wel eerlijk blijven: ik ben nog geen vrijwilliger tegen gekomen in al die jaren dat ik bij het amateurvoetbal betrokken ben geweest, die het met tegenzin en dus louter en alleen ‘voor de club’ deed. Van ‘Thuis niks te vertellen’ tot een zekere mate van ‘geldingsdrang’, zoekt men er toch de bevestiging, de beloning van het verlangen tot ‘erbij horen’ in die functie en dan het liefst beloond met enkele privileges of een heus jasje of trainingspak van de club. Zielsgelukkig zijn ze met hun KNVB-stropdas die inmiddels zo vaal is geworden dat het felle oranje helemaal weggewassen is in pogingen de vlekken te verwijderen die het vette kantinevoedsel op de das heeft achtergelaten, het clubkostuum waarvan het jasje inmiddels niet meer dicht wil, het trainingspak met dat fraaie logo op de borst dat de club hen ter beschikking heeft gesteld opdat ze er maar ‘bij’ horen.

En zo vervult de club een onevenredig deel van hun sociale leven, de kern van hun welbevinden. Ik heb bejaarden in tranen gezien als hen voorzichtig werd medegedeeld dat hun leeftijd verder werken voor de club in deze functie onmogelijk maakte en dat er iemand anders bereid was gevonden. Ik heb dan niet alleen medelijden gehad met de getroffen vrijwilliger, maar zeker ook met het bestuurslid dat die zware taak had de man of vrouw mede te delen dat ‘het’ voorbij is.
De club blijft echter hoe dan ook de grootste winnaar in dit verhaal. Want waar zouden de clubs zijn zonder die noeste en belangeloos werkende vrijwilligers die men wist te paaien met een das, een jas, een speldje of een trainingspak? Dan is een plekje op de teamfoto een geringe prijs voor al het werk dat ze voor de club verrichten. De kinnesinne van andere noeste werkers die de foto niet haalden ten spijt, staan ze trots met borst of buik vooruit. Meestal wat aan de zijkant van de foto – dan kunnen de zuurpruimen ze er makkelijker afknippen.
Ik wacht alleen nog met smart op de dag dat ook de man van de wedstrijdverslagen aan mag schuiven…
