Schuhe, Schuhe, Schuhe!

Niet alleen het voetbal zelf, maar ook de diverse materialen hebben een ferme ontwikkeling doorgemaakt in de tijd dat ik het voetbal nu volg. Ik was doelman en mijn handschoenen fabriceerde ik zelf uit wollen HEMA-handschoenen die ik middels huisvlijt van ping-pong-batjes rubber voorzag. De bal werd nog het ‘Bruine Monster’ genoemd en het ongecoate leer pakte – zeker als het nat was – vaak nog het lekkerst met onbewerkte wollen handschoenen die ik uiteraard ook standaard meenam. Pas later kwamen de échte keepershandschoenen in zwang, maar daar moesten we tot het WK van 1974 op wachten voor Sepp Maier met iets kwam dat men zonder gêne ‘professioneel’ mocht noemen.
Ook de kicksen maakten een fikse ontwikkeling door. Van de kurken noppen – die met heuse spijkertjes onder de zolen waren getimmerd – tot de eerste afschroefbare noppen. Maar nog immer waren het onveranderlijk zwarte en echt leren schoenen. De enige variatie zat ‘m in de streepjes op de zijkant: drie stuks voor Adidas, een elegante horizontale gebogen baan voor PUMA en twee brede dubbel geperforeerde strepen voor de schoenen van Quick, de ‘grote merken van weleer. Verder nog een handjevol ‘Scapino-achtige’ merken met ieder hun eigen kenmerken, maar nog immer steevast in stemmig zwart. Met lederverf kon je die banen dan zwart kleuren, zodat je geheel zwarte schoenen kreeg. Dat viel dan nog wel een beetje op, maar veel meer variatie was er helaas niet voor de speler die zich niet zozeer door zijn voetbal, maar wel door zijn uitrusting wilde onderscheiden.
“…voor de speler die zich niet door zijn voetbal, maar wel door zijn uitrusting wilde onderscheiden…”
Met de komst van de kunststof schoen zagen we eerst de geheel witte schoenen schoorvoetend hun intrede op de velden maken. Inmiddels kan je de schoenen krijgen in kleuren waar je twintig jaar geleden nog niet dood mee aangetroffen wilde worden: roze, licht blauw, geel, oranje…
Ik stel me dan zo voor dat je in de sportwinkel op dat bankje zit om te passen. Dan gaat die doos open en zie je dat suikerstok-roze je vanuit de doos aanglimmen. Ik kan me dan toch écht niet voorstellen dat ik daar ooit op gereageerd zou kunnen hebben met: ‘Doe me die maar!…’ Maar goed, ik ben dan ook van ver voor de ‘alfabet-generatie’ — de lettercombinatie waarmee men vandaag de dag de genderdiversiteit opsomt.
Als doelman stond ik altijd op het slechtste deel van het veld en dus werden de schoenen uitgerust met lange noppen achter én voor! Ook gingen de schoenen stevig in het ledervet, waarbij ik met de infrarood warmtelamp van mijn ouders het vet nog wat extra liet intrekken. Na afloop van de wedstrijd was het altijd een hele klus om de schoenen weer schoon en droog te krijgen. Deed je dat niet en liet je de modder er op zitten, dan had je goed kans dat je de volgende keer dat je de schoenen tevoorschijn haalde eerst de schimmel er vanaf moest krabben. Had je pech dat er ook nog wat afgelastingen waren geweest, zodat je een paar weken niet in actie kwam, dan kon je de schoenen zo ongeveer in tweeën breken en was de stank die er uit die plastic tas kwam niet te harden.

In mijn uiteindelijk veel te korte actieve carrière speelde ik een seizoen lang voor het in Amsterdam legendarische Blauw-Wit. Het maakte met DWS als amateurtak destijds deel uit van de noodlijdende profclub FC Amsterdam. Dat niveau heb ik nimmer gehaald en al na één seizoen werd mij duidelijk dat een profcarrière voor mij niet in het verschiet lag en dat ik me maar beter op mijn maatschappelijke carrière kon richten.
“Schuhe, Schuhe, Schuhe!” brulde hij enthousiast…”
Internationale clubs deden Blauw-Wit destijds graag aan met hun jeugdelftallen om er oefenwedstrijden tegen te spelen. Zo ook een ploeg uit Zwitserland. We maakten die arme Zwitsers met een nulletje of tien in en na afloop kwamen de spelers bij ons de kleedkamer in of er shirtjes geruild konden worden. Nou moesten we die shirts in die tijd zelf aanschaffen, dus veel animo was er niet om met een Zwitsers shirt naar huis te gaan. Een van die Zwitserse knullen had echter een fraai paar voetbalschoenen aan de voeten, hetgeen bij een van mijn ploegmaten enthousiaste kreten ontlokte dat hij dié wilde ruilen: ”Schuhe, Schuhe, Schuhe!” brulde hij enthousiast en hield zijn eigen aftrappertjes uitnodigend in de lucht. Maar daar had die Zwitser dus uiteraard géén trek in…
Ik moet daar vaak aan terugdenken als ik weer eens een speler met van die bonte schoenen over het veld zie rennen. Onwillekeurig hoor ik dan in gedachten dat “Schuhe, Schuhe, Schuhe!” weer en dan kan ik nooit een weemoedige glimlach onderdrukken…
Mijn schoenen kostten destjds f 2,50.1952 ?
@Joop Snelling Berg: Thanx! ik schrijf ze met plezier. Als ze dan ook nog met plezier gelezen worden is dat dubbel plezier!
Wederom een mooI artikel van Ron, in de jaren vijftig speelde mijn broer Bob en mijn persoontje
met Quick voetbalschoenen ..later met Puma..wij kwamen toentertijd bij Sportzaak Reurekast in
Hilversum…