Toen een aantal scholieren van het Comenius College in de jaren ’70 een heuse zaalvoetbalclub wilden oprichten, was er een ding zeker: in het team móesten conciërge Arie van Oosten en amunuensis Herman Kok gaan spelen. Van Oosten speelde topamateurvoetbal bij Excelsior Maassluis en was speler van het Nederlands Zaterdagamateurelftal en Kok was een uitstekende linkspoot met een verwoestend schot. Zaalvoetbalvereniging Factory Boys was geboren, mét deze twee vedetten.

Herman Kok begon zijn voetballoopbaan bij HVV ’t Gooi. Op 8-jarige leeftijd was hij ‘Gooier’ en speelde onder de leiding van o.a. Hans Visser, Henk Doppenberg en de heer Wertz. Onder legende Rinus Schaap maakte hij op 17-jarige leeftijd zijn debuut in het eerste elftal. Uiteindelijk speelde hij ook nog in het Nederlandse Militaire Elftal onder Jan Zwartkruis.

Kok speelde vervolgens nog voor Victoria (onder trainer Anton van Zeegen) en Huizen (“pfoeh, drie keer per week trainen…”) om vervolgens weer terug te keren op het oude nest, waar hij nog tot zijn dertigste jaar in het eerste elftal speelde. Daarna begon zijn carrière als trainer bij achtereenvolgens Oranje Leeuwen, ’t Gooi (jeugd), BFC, FC Horst, Hoogland, Muiderberg, DOSC en Wasmeer (jeugd-coördinator).

Kok was een begaafd technicus en schopte het tot de KNVB-aspirantenselectie van de Afdeling Utrecht (1964-68 met trainers Arie de Vroet, Ron Groenewoud en Georg Kessler). In wedstrijden met dit team speelde hij tegen latere toppers als Arnold Mühren en Johan Neeskens. Uiteindelijk moest hij afhaken bij de KNVB en werd hij niet toegelaten tot de trainersopleiding TC-1, wat hij tot de dieptepunten rekent in zijn voetbalcarrière. Onder de trainers Ries van Maarschalkerweerd en Barend van Gardingen beleefde hij nog mooie voetbaljaren bij ’t Gooi. Inmiddels is Kok (67) met pensioen, zowel bij Comenius College als in het voetbal en zien we hem nog elk weekend terug op de voetbalvelden.