
Zijn er genoeg redenen van bestaan voor kleine clubs?

Deze keer de beurt aan ‘sleeping giant’ BZC’13 (Hilversum)
Ja, zeggen ze bij BZC’13. Zij durven. In 2013 fuseerden de twee Hilversumse voetbalverenigingen HFC Bloemenkwartier en HVV De Zebra’s tot Bloemenkwartier Zebra’s Combinatie. Met beperkte middelen en een bescheiden ledenaantal is BZC’13 een club, waar iedereen elkaar kent en waar gezelligheid voorop staat. Hoewel, ook serieus: het eerste elftal is sinds eind juli aan het trainen met een uitgebreide spelersgroep en het Veteranenelftal – het uiteindelijke doel van ons bezoek – werd in mei kampioen. Met een multi-culturele spelersgroep, waar verschillende talen worden gesproken en waar fanatiek om de punten wordt gestreden. De beleving van dit veteranenteam is min of meer synoniem voor deze kleine voetbalvereniging op Sportpark Loosdrecht, achter de Hilversumse wijk Kerkelanden.
Wat is het Veteranenelftal van BZC’13 voor een team? En is dat karakteristiek voor BZC’13? We vragen het aanvoerder Hajo Bertrand, jarenlang speler van fusiepartner HFC Bloemenkwartier en sinds juli van dit jaar de nieuwe voorzitter, als opvolger van André Kalmijn.

In de begeleiding lopen ook ‘oudjes’. Grensrechter Sas Kole, eveneens oud-voorzitter, wordt dit jaar 80 en leider Ed Bolding, jarenlang kantinebeheerder, is 74. Is dat de charme van het team? Misschien wel van de club?
Bertrand: Ik denk dit inderaad een goed beeld van de club geeft, van de jongste kleuters op het speciale dreumesveld – waar we er inmiddels bijna 25 van hebben, de jongens- en meisjesteams, de senioren van 30+ tot 70+, sommigen bijna 80. De veteranen weten elkaar nog goed te vinden, sporten tot ieders plezier bij BZC’13 samen met elkaar en gaan in en buiten het veld prima met elkaar om. Ook spelers, die al gestopt zijn vanwege de leeftijd, komen nog geregeld langs om de warmte en gezelligheid te ervaren. Dit is een sfeertje, wat we kennen bij alle andere teams. Het is gezellig en iedereen kent elkaar. Ook bij het eerste (in het nieuwe seizoen in de 4e klasse G zaterdag; red.).
Hoe is de sfeer in zo’n internationaal veteranenteam? Wat is de spreektaal?
Bertrand: Spreektaal is Nederlands/Engels met een vleugje Frans. Na een wedstrijd galmen de Franse chansons en Spaanse liederen door de kleedkamer, uiteraard aangevuld met Hazes en andere Hollandse hits!
Hoe komen deze jongens bij BZC’13 terecht en vinden ze het gezellig? Komen vrouwen en kinderen ook mee?
Bertrand: Hoe ze hier uiteindelijk komen, geen idee. Vrouwen en kinderen komen ook geregeld mee. Vaak is er een BBQ met springkussens voor de kids. Ook zij voelen zich altijd welkom. Ik zie de toekomst zonnig tegemoet. Gezellig, divers, maar we willen met het eerste ook promoveren!

Bij de foto, van links naar rechts en van boven naar onder:
Dimitrov Krasen, Abdel Mouttaqui, Brian, Wessel Vos, Guido Oudendorp, Erwin Snoek, Martijn Klein (tevens penningmeester), Bas van Wijngaarden, Walter Ruyter, Maarten Marx, Mohamed Mokthari, Luis Vargas Olivera, Faissal el Moussaoui, Younes Amoziouf, Gaetan Tressous, Hajo Bertrand (voorzitter), Ed Bolding (leider), Fred Burgers (scheidsrechter) en Sas Kole (leider/grensrechter).
Welke nationaliteiten spelen er in dit team? Of waar liggen hun roots?
Bertrand: Nederland, Frankrijk, Spanje, Marokko, Bulgarije, Suriname en Peru.

Jij bent met ingang van juli gekozen als de nieuwe voorzitter van BZC’13. Het is een kleine vereniging, is deze nog levensvatbaar?
Bertrand: BZC’13 zie ik als een Sleeping Giant. Het vorige bestuur heeft een gedegen basis gelegd om weer te gaan groeien. We bieden veel kansen, van 7-tegen-7, vrouwenvoetbal, recreatief zaterdagvoetbal maar ook bij het eerste zijn er weer nieuwe ontwikkelingen en starten we de competitie met een selectie van 44 spelers. Door de gemoedelijkheid van de vereniging zijn veel leden betrokken en bereid om hun vrijwillige bijdrage te leveren. Het is voor veel leden echt hun club die ze graag met anderen willen delen. ’s Zomers werd het clubhuis geschuurd en geverfd en de boel grondig schoongemaakt. Na afloop van de laatste competitiewedstrijd in mei, eerden we de tegenstander – de kersverse kampioen SC ’t Gooi – maar ook de meer dan 50 vrijwilligers in onze club met een heuse oorkonde.
Maar toch: hoe ga je het aanpakken? Er is weinig jeugd, het aantal senioren neemt af, er is nog wel 7×7-voetbal en zaalvoetbal. Niet héél rooskleurig. Wat heb je nieuwe leden te bieden?
Bertrand: We zijn druk bezig met de werving van jeugdleden. Geef ons even de tijd, maar we denken daarbij ook aan de alternatieve spelvormen als Walking Football, FootGolf, Kicks, 7×7. Hier liggen zeker mogelijkheden. De laatste weken ben ik overstelpt met ideeën en initiatieven. Voor het nieuwe bestuur de mooie taak om deze te stroomlijnen en zo de Sleeping Giant BZC’13 wakker te schudden.
Je hebt zelf een druk bestaan, je bent eigenaar van de Sushi Point-keten. Is er nog tijd om te voetballen en bovenal: is er nog tijd om voorzitter te zijn?
Bertrand: Dat is altijd een uitdaging maar om een citaat van ons aller Johan Cruijff te gebruiken: “Vaak moet er iets gebeuren voordat er iets gebeurt”. Oftewel, soms moet je gewoon in actie komen, dan moet jij die persoon zijn, die het initiatief neemt.
