
‘Clubs met een toekomstvisie hebben bij mij wel een streepje voor’

Floris Voorink (VVD) volgde zijn schoolopleiding aan het Hilversumse Gymnasium en studeerde later aan de Universiteiten van Groningen (Geneeskunde) en Amsterdam (Bestuurskunde). In 2010 werd hij gemeenteraadslid in Hilversum en in 2014 wethouder van o.a. Sport. Deze termijn werd na de verkiezingen in 2018 verlengd met een nieuwe termijn. Ook de Hilversumse voetbalverenigingen hebben dus met hem te maken.
Nota ‘Sport Beweegt’ 2016-2020, Nationaal Sportakkoord en Sportinvesteringsfonds
‘Komt er een nieuwe sportnota in 2020, vraag je? Van mij hoeft er niet direct een vervolg te komen, het produceren van papier is niet echt mijn primaire doelstelling. We hebben in Hilversum een Sportinvesteringsfonds, opgericht voor en door de sportverenigingen, om op enig moment tegen een lage rente geld te kunnen investeren in bijvoorbeeld duurzaamheid of renovatie van het clubhuis. Dat is een groot succes en daar borduren we op voort. De eerste aanvragen zijn inmiddels binnen en worden nu beoordeeld. Het doel was natuurlijk om clubs te bedienen, die wel wensen hebben ten aanzien van de accommodatie, maar niet voldoende middelen ter beschikking. Als clubs mee willen doen aan de energietransitie en willen investeren in duurzaamheid, zijn er ook weer andere potjes beschikbaar, zoals de subsidieregeling voor maatschappelijk vastgoed. Neem contact op met de gemeente, zou ik zeggen.
Bekijk hier de Nota Sport Beweegt 2016-2020
Het Sportinvesteringsfonds in de pers
Individueel is er ook geld beschikbaar voor gezinnen, waar niet alle kinderen kunnen sporten. Geld mag wat ons betreft geen beletsel zijn, om lid te worden van een sportclub. Daar mag wel meer gebruik van worden gemaakt, vind ik. Schaamte speelt soms een rol, maar dat moet de mensen niet beletten om hulp te vragen.
Hoe kan ik steun krijgen om mijn kinderen te laten sporten?
We hebben een Nationaal Sportakkoord (tussen het NOC•NSF, het Rijk en de gemeenten) en wij werken aan een lokaal Sportakkoord. Dat is wellicht de opmaat voor een nieuwe nota in 2020. Belangrijk hierin zijn de gemeenten, zij zijn – samen met de leden van de sportverenigingen – de belangrijkste financiers van de sport. Het Rijk draagt een schijntje bij, maar zo is het verdeeld. Deze partijen hebben elkaar gevonden in een aantal thema’s en mijn taak is om deze in de komende tijd te vertalen naar de lokale sportverenigingen, waaronder de voetbalclubs. Dat gaat over breedtesport, versterken van duurzaamheid, over inclusiefsporten waarbij je plek biedt aan mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking om hen te activeren. Het gebeurt natuurlijk al, maar het is een mooie gids om met elkaar dit op te pakken.’
Hilversum staat altijd bekend om het weinige geld, dat er naar sport gaat…
‘Zou kunnen, maar in het huidige coalitieakkoord is afgesproken, dat er de komende jaren een dikke 1 miljoen euro naar sport gaat. Afspraak is: wat er naar cultuur gaat, gaat ook naar de sport. Vergeet niet, Hilversum telt heel veel clubjes en die hebben allemaal hun plek nodig en hebben ook allemaal hun wensen.’
Wat is de rol van de gemeente?
‘Beleid van de gemeente is simpel zo, wij zorgen voor de inrichting en onderhoud van de sportruimten en uiteindelijk ligt het onderhoud van clubhuis en kleedruimten bij de clubs. De gemeente is ook bezig om de verkeersveiligheid van en naar de sportparken te verbeteren. We doen wat aan de verlichting, aan de fietspaden, maar ik doe ook graag een beroep op de leden van de sportclubs zelf. De helft van de fietsen voert geen deugdelijke verlichting bijvoorbeeld. Je kunt er zelf dus ook veel aan doen om het veiliger te maken. Daar hebben ouders een rol in, de kinderen hebben dat ook en de verenigingen eveneens.
De gemeente denkt ook over andere oplossingen. De aanstelling van een sportparkmanager zou daar een rol in kunnen spelen, die alle zaken aangaande verduurzaming, veiligheid, inkoop, enzovoort tot zijn of haar taak krijgt.’

Een ‘Open club’ is het nieuwe credo
Een open club kenmerkt zich door een open houding van de kartrekkers en betrokkenen bij de club. Een dergelijke club is een ontmoetingsplek waarbij zij eigen leden, andere regelmatige bezoekers van de club en de buurtbewoners uitnodigt om te sporten en om bij de vereniging betrokken te raken en te blijven. Een open club is ondernemend en richt zich op een langetermijnvisie en staat daarom nooit stil. Zij denkt vraag- en buurtgericht en gaat steeds opnieuw na wat de behoeften zijn en speelt daarop in. Sportclubs waarbij de ‘gouden driehoek’ van aanbod-kader-accommodatie continu in balans is.
Wat zegt de NOC*NSF over Open Club
Fimpje van de Stichting Turn-Over over het project bij rugbyclubs in Nederland (bron: RTL Nieuws):
‘Aan de Open club-gedachte zit een aantal aspecten vast. Sportverenigingen nemen relatief gezien een grote oppervlakte in beslag en als je kijkt buiten de woensdagmiddagen, de avonden en de weekenden, ligt er ontzettend veel grond te niksen. Ook staan er veel clubhuizen tot onze beschikking om dingen te organiseren. Bejaardengymnastiek of naschoolse opvang. Wat wil een club? De blik naar binnen gericht (voor en door leden) of een die naar de maatschappij is gericht. De meeste grond wordt gehuurd van de gemeente, dus is er ook plaats voor een publieke functie, daar kan toch niemand tegen zijn? De kracht van sport is toch dat het iedereen verbindt: jong en oud, arm en rijk, met en zonder beperkingen. De leden van een maatschappij ontmoeten elkaar vaak op de sportclub en daar spreekt men elkaar ook aan op gedrag en dat moet afstralen op de maatschappij.’
Noem eens een voorbeeld
‘Hilversumse sportclubs hebben ontzettend veel te bieden. Bij de Rugbyclub Hilversum werken ze met een groep jongeren, die hulp nodig heeft om hun weg te vinden in de maatschappij. Dat kan goed met de unieke eigenschappen van het rugby zoals fair-play en respect voor tegenstander en scheidsrechter. Zo levert RCH een positieve bijdrage aan de samenleving.’
Bekijk in de linkerkolom een filmpje van het project en bekijk hier meer over de Stichting Turn-Over.
‘Bij de Gooise Atletiek Club kun je gezellig joggen in een groepje, zonder dat je lid hoeft te worden. HSV Wasmeer heeft een samenwerkingsverband met Bink Kinderopvang en laat scholen sporten op de velden van het complex.’
Is er voldoende reden voor clubs om een verenigingsmanager aan te stellen?
‘Enfin, zo staat RCH erin, maar veel sportverenigingen hebben het natuurlijk al moeilijk om zelf alle taken onder te brengen bij vrijwilligers. Het contingent van leden die belangeloos zich inzetten voor een vereniging neemt zienderogen af. Veel taken worden verricht met als beloning een (belastingvrije) vrijwilligersvergoeding van maximaal €1.700 per jaar (€170 per maand voor 10 maanden). Een aantal clubs werkt daarnaast reeds met een verenigingsmanager, die bijvoorbeeld de algehele leiding op zich neemt. Die manager moet doorgaans worden betaald en de gemeente heeft in de begroting geld gereserveerd om clubs daarin tegemoet te komen.’
De regels van de vrijwilligersvergoedingen
Vrijwilligersvergoeding en de fiscus
Sportparkclustering
‘Omdat die fondsen natuurlijk niet onuitputtelijk zijn, en niet elke club een betaald ‘mannetje’ kan betalen, vinden we het een idee om te kijken of we per sportpark op die manier iets kunnen doen. Zonder inmenging van de gemeente vinden clubs elkaar inmiddels ook veel beter als het gaat om bijvoorbeeld gezamenlijk onderhoud. Dat gaat al beter dan in het verleden.’ (Op Sportpark Berestein werken Altius, ’t Gooi en Olympia ’25 al samen op het gebied van onderhoud; RF).

Er zijn voetbalverenigingen in den lande, die het onderhoud van hun velden op één sportpark gezamenlijk ter hand nemen. Sommige gemeenten rekenen dan geen veldhuur meer en hebben een potje beschikbaar om bijvoorbeeld een grasmaaier te kopen en andere materialen, zoals kalk om de lijnen te trekken. In enkele gevallen legt een gemeente ook nog een gezamenlijk kunstgrasveld aan. De veldhuur voor voetbalverenigingen in Hilversum ligt aanzienlijk boven het landelijk gemiddelde.
Fusies? Samenwerking? Moedigt de gemeente dat aan?
‘Laat ik voorop stellen, dat wij clubs nergens toe willen verplichten. Ook niet om samen te gaan. Als zij netjes aan hun verplichtingen voldoen, hebben ze van ons geen last. Als er samenwerkingsvormen ontstaan op sportparken en er zijn initiatieven om het (klein) onderhoud gezamenlijk ter hand te nemen, dan is er met ons zeker te praten. Dat zullen we toejuichen. Ook op het gebied van de financiën. Wellicht kan dat sommige clubs een voordeeltje opleveren, waardoor ze iets vaker hun clubhuis kunnen schilderen. Maar, vergeet dan ook niet dat er om de zoveel jaar ook groot onderhoud moet worden gepleegd. Nu doen wij dat als gemeente, maar als er bij zo’n samenwerking op een sportpark wordt verzuimd om daarvoor te reserveren en na bijvoorbeeld 10 jaar de velden worden afgelast, omdat er problemen zijn met de drainage, dan komen ze toch weer terug bij de gemeente. En dan zijn we per saldo niets opgeschoten. Dus: er is over te praten, maar dat moeten we zorgvuldig doen. En de clubs moeten ook vrijwilligers mobiliseren en dat is al moeilijk genoeg. We hebben het druk en weinig tijd. Wellicht kan ook een speciale sportparkmanager daarin een rol spelen.’
De Koninklijke Nederlands Voetbal Bond ondervindt dagelijks hoe moeilijk het is om voetballende leden en vrijwilligers aan een club te binden. Voetballers worden steeds vaker ‘klanten’: ze betalen een vergoeding of contributie en nemen daarvoor een ‘product’ af. Soms is dat een andere (voetbal)vorm, dan de reguliere competitie op zaterdag of zondag. Men wil lekker met wat vrienden ballen op een doordeweekse avond, het liefst in de zomer. Dat heet Kicks. Of men zoekt het in het 7×7 voetbal op vrijdagavond of het steeds populairder wordende Walking Football voor veteranen op dinsdagmorgen. Vaak kopen leden het vrijwilligerswerk af voor een paar tientjes per jaar en verder vinden ze het wel goed. Dat is natuurlijk hun goed recht, maar de vereniging schiet daarmee niet zoveel op.
Uitval van jeugd bij sportverenigingen
‘Jeugd sport minder en vooral de groep van 14/18-jarigen heeft te maken met forse uitval. Clubs als de Gooische Atletiek Club spelen daarop in met loopgroepjes voor ouderen en andere initiatieven. Ook niet-leden zijn daar welkom om er fit te worden en lekker buiten joggen. Van de tien deelnemers worden er altijd wel 2 of 3 lid. Hockeyclubs en tennisclubs hebben de afgelopen jaren flink aan de weg getimmerd. Voetbal heeft natuurlijk tientallen jaren de luxe positie gehad, dat het de grootste sport van Nederland was en nog wel is. Het aantrekken van sponsors gaat ook moeilijker dan voorheen, dus ja, het is een flinke klus voor ‘het voetbal’. Clubs zullen inventiever moeten worden om het huishoudboekje op orde te krijgen en te houden.’

Voetbalclubs hebben het wel eens moeilijk. Ook in Hilversum. Schrijver dezes was op dinsdagmiddag 19 juli 1994 te gast op het gemeentehuis bij de toenmalige wethouder Erna Weijers. Het liefst had ik die middag geslapen, want ’s nachts werd dochterlief geboren! Maar één opmerking van Weijers bleef mij tot op de dag van vandaag bij: ‘Het duurt nog wel even, maar uiteindelijk blijven er in Hilversum nog 3 of 4 grote voetbalclubs over.’ Ze had een vooruitziende blik, want waren er toendertijd nog 17 Hilversumse voetbalverenigingen, momenteel zijn er nog 8 actief. Grote clubs als Victoria, Altius, Wasmeer, Olympia ’25 en ’t Gooi, een veel kleiner BZC’13 (resultaat van een fusie in 2013 van Bloemenkwartier en De Zebra’s) en 2 clubs met nog één of twee seniorenteams, OSO en FC Hilversum. Haar voorspelling is onderweg waarheid te worden en wellicht kunnen we in Hilversum nog een aantal fusies verwachten. Wellicht wil de huidige wethouder Floris Voorink eens in gesprek met de voorzitters van de overgebleven 8 verenigingen? Over samenwerking, fusies en het toekomstperspectief?
Zie ook dit artikel op gooischgras.nl
‘Dat zou ik graag willen. Ik heb al regelmatig contact met een groep Hilversumse sportverenigingen, die elkaar ten dienste zijn op bijvoorbeeld het gebied van Privacy Policy en Duurzaamheid. Leuk is dat clubs elkaar vinden op het terrein van gemeenschappelijke problemen. Hockeyclub HMHC is erg bezig met waterbesparing en wil die ervaringen graag delen, eventueel met een voetbalclub of met de Jeu de Boule-club. Maar ik schuif graag aan bij een meeting van de Hilversumse voetbalverenigingen. Waar willen het met elkaar over hebben? Wat is de agenda? Ik doe graag mee. We hebben ook jaarlijks een Sportontmoeting, dat is ook interessant, óók voor voetbalverenigingen. Donderdag 16 mei a.s. is het weer zover!’
De formule van Sportontmoeting Hilversum heeft zijn meerwaarde bewezen. Juist door inbreng van organisaties uit Hilversum is het een groot succes. Het programma voor deze Sportontmoeting wordt nog samengesteld. Het belooft natuurlijk weer een boeiende avond te worden met interessante thema’s, ruimte voor inbreng van de deelnemers en met voldoende ruimte voor ontmoeting. Iedereen die sport en bewegen in Hilversum een warm hart toedraagt, is welkom. Wel even aanmelden!

Overleven
‘Ja, ik merk ook wel iets van een tweedeling op dit gebied in Hilversum. Er zijn clubs die zich echt inzetten om iets neer te zetten op de middellange termijn, maar we hebben ook clubs die leven van jaar tot jaar, om maar te overleven. Vroeger wilden leden begraven worden in het clubtenue, maar nu zijn ouders veel kritischer in de keuze van een club. Als er een flink beroep wordt gedaan op vrijwilligerswerk, dan gaan ze misschien toch eens bij een grotere club kijken, waar er minder een beroep op ze wordt gedaan. Of ze kiezen niet meer voor het voetbal, maar maken een keuze uit de honderd andere sportverenigingen in Hilversum.
Kijk, in Hilversum heeft Victoria ‘body’, Olympia gaat wel goed, Altius heeft het moeilijk, maar is toch een grote vereniging, ’t Gooi heeft een mooie meisjes/vrouwen-afdeling en bij Wasmeer heeft het nieuwe clubhuis ook veel gedaan. Er is een nieuwe wijk gebouwd voor veel jonge gezinnen, dus komen er ook weer nieuwe leden, die weer voor meer elan zorgen.’
Professionalisering
‘Er zijn natuurlijk wel clubs, die professionaliseren. Die een echte toekomstvisie hebben. Die werk maken van gehandicaptensport of gezonde voeding. Die hebben bij mij wel een streepje voor. Er zijn ook clubs, die echt een cluppie willen hebben en lekker willen voetballen, meer niet. We vragen een flinke veldhuur, mee eens, maar dat is niet kostendekkend en de clubs krijgen daar ook wel wat voor terug. En ook die clubs kunnen aankloppen bij de gemeente, als ze dat nodig vinden.’
Waarvan akte.
