
Door: Martin Langhout
Niets is wat het lijkt. De keuze van Gooisch Gras om Willem Romp te interviewen, is gebaseerd op persoonlijke motieven. Ik heb Romp nu als tegenstander vier keer als trainer van Roda ’46 van dichtbij mogen meemaken en elke keer komen er bij mij tijdens deze confrontaties een reeks van tegengestelde gevoelens naar boven. Wie Romp langs de lijn goed observeert, ziet een trainer die werkelijk niets ontgaat, zeer duidelijk aanwezig is en die – als het niet gaat zoals hij wil – alles zal aangrijpen om het wedstrijdresultaat voor zijn ploeg positief te beïnvloeden.
Het begint al voor de wedstrijd tussen HC&FC Victoria Roda ’46 in Hilversum. Romp begroet Victoria-keeper Giovanni Santangelo (die de week ervoor tegen CSW de bal maar liefst zeven keer uit het net heeft moeten halen) met een valse grijns en een onvervalst staaltje voetbalhumor. ‘Je was vorige week vaak in beeld’ (doelend op VoetbalTV), waarmee hij een extra tikkie uitdeelt aan het ietwat gebutste zelfvertrouwen van de Victoria-goalie. Een ‘bewussie’. De wedstrijd is een uur voor aanvang, wat Willem Romp betreft, al begonnen. De uitslagen na vier keer spelen tegen Victoria zijn weliswaar op papier in balans: twee gelijke spelen, één keer winst en en één keer verlies. Echter, de werkelijkheid gebiedt te zeggen, dat zijn jonge team Roda ’46 elke wedstrijd de bovenliggende partij was met een frisse, aanvallende en energieke spelopvatting. Je zou kunnen zeggen dat Roda ’46 conform het karakter- en voetbal-DNA van zijn coach Romp voetbalt.
Ik realiseer me dat mijn irritatie jegens Romp voornamelijk was gebaseerd op een stuk frustratie. Geen vat krijgen op het spel van Roda ’46 en met lede ogen toezien, hoe je eigen ploeg feitelijk elke keer wordt weggespeeld. Echter, stukje bij beetje, maakte de frustratie langzaam plaats voor een soort van bewondering voor deze jonge, bevlogen trainer. Het is geen wonder dat VV Eemdijk verheugd is, dat zij Romp voor volgend seizoen aan zich hebben kunnen binden. Hoogste tijd dus voor een nadere kennismaking met de 34-jarige Willem Romp, trainer van Roda ’46 en vakdocent Sport en Bewegen op het MBO ROC in Hilversum.

Voelt de keuze voor Eemdijk ook als ‘uit je comfortzone’ te moeten komen?
‘Nou, dat valt eigenlijk wel mee. Je moet niet vergeten dat ik al bij verschillende clubs als jeugdtrainer werkzaam ben geweest. Twee jaar bij Sporting ’70, zes jaar bij Hercules, twee jaar bij Argon-junioren B1 en A1 en toen pas bij Roda ’46 als trainer van de A1. Ik heb dus al in verschillende voetbalkeukens gekeken en bij iedere club bijgeleerd. Het is nu nog ongewis op welk niveau Eemdijk volgend seizoen zal acteren, derde divisie of hoofdklasse (Eemdijk staat door een ingezette eindsprint op een nacompetitieplaats in de Derde Divisie). Veel ervaren jongens stoppen of gaan naar een andere club. Eemdijk en haar Technische Commissie realiseren zich dan ook, dat zij volgend seizoen weer in een opbouwfase terecht komen met veel nieuwe en vooral jonge spelers. Dat is denk ik ook de reden dat ze bij mij zijn uitgekomen, omdat ik wel bewezen heb dat ik met een goed plan iets kan opbouwen en een jonge ploeg stabiel kan maken. Ik voel wel dat mensen nieuwsgierig zijn hoe ik dat nu ga doen.’
Wat trekt je aan bij Eemdijk?
‘Voor mij is gedrevenheid belangrijk en die voel ik zeker bij Eemdijk. Ze doen er alles voor. Met hard werken de broek ophouden, dat past wel bij mij. Het is ook een echte vereniging. Bovendien wil ik wel prettig werken met fijne mensen en dat gevoel heb ik tijdens de gesprekken met Eemdijk zeker ervaren. Ik ga dan ook bij het maken van keuzes sterk op mijn gevoel af met wat voor mensen ik te maken heb en wat er mogelijk is bij de club. Eten voor een wedstrijd, vervoer (bus), kleding, enzovoort. Ik ben ook echt geen avonturier. Ik heb een contract voor één jaar getekend met de intentie om langer te blijven. Dat kan best voor meerdere jaren zijn met die kanttekening dat Eemdijk dat natuurlijk ook moet willen.’

Je gaf al vrij vroeg aan je contract bij Roda ’46 niet te willen verlengen.
‘Dat klopt. Op dat moment had ik nog geen andere club, maar mijn gevoel zei dat ik een volgende stap moest maken. Dat had niet alleen met mezelf te maken maar ook met het feit dat Roda ’46 voor mijn gevoel qua mogelijkheden, organisatie en beleving aan het plafond zat. Randzaken waren niet of niet goed geregeld. Bij Roda ’46 lijkt het of ze in dubio zijn welke richting op te gaan. Met alleen eigen jongens red je het gewoon niet. Ik ergerde me een beetje aan de gemakzucht. Een voorbeeld. In een vrij weekend ging ik naar Zuidvogels om deze club te analyseren en zondag toog ik naar Velsen om onze komende bekertegenstander te bekijken. Dan zijn er clubmensen, die tegen me zeggen, dat ze er die woensdag tegen Velsen niet bij zijn, omdat ze dat te ver rijden vinden. Terwijl ik in mijn vrije weekend (mijn vriendin wilde eigenlijk een weekendje weg) wel de moeite nam om in feite de club verder te brengen en dan begrijp ik dat niet. We pakten de periodetitel tegen Zuidvogels en na afloop was er niets geregeld. Voor mijn gevoel was het allemaal wat te vrijblijvend. Het voelde frustrerend. Geen verwijten, maar gewoon constateringen. Als het mij dan te hoog gaat zitten, dan knal ik het eruit en is het voor iedereen het beste als ik wegga. Ik wil wel graag het gevoel hebben, dat als ik weer eens op de club kom, men het fijn vindt me weer te zien. Ik moet wel eerlijk zeggen, nadat ik aangegeven heb te stoppen, er wel ogen zijn opengegaan. Nú worden er diverse zaken goed opgepakt. Nú zijn er wel afspraken. Dus wie weet hoe de ontwikkelingen komend seizoen gaan. Per slot van rekening hebben we door deelname aan de nacompetitie nog steeds kans om te promoveren naar de Hoofdklasse, wat overigens echt bizar zou zijn!’

Heb je een goed beeld van de nieuwe selectie van Eemdijk en heb je daar nog invloed op?
‘Ik heb nog geen goed beeld. De TC is nog steeds druk bezig met de samenstelling van de selectie. Er zijn nog spelers, die twijfelen over wel of niet doorgaan. Er valt veel routine weg, maar er zijn wel veel nieuwe jonge spelers, waaronder inderdaad twee spelers van Roda ’46: Jesper van Dalen en Freek van Belzen. Iedereen denkt natuurlijk, dat ik ze heb aangedragen, maar geloof me, deze voetballers stonden al langer bij Eemdijk op de kaart en bovendien zouden ze na dit seizoen toch zijn weggegaan. De invloed, die ik heb op de samenstelling is niet groot. Wel word ik daar uiteraard in betrokken. Een voorbeeld: de linksback was rechtsbenige middenvelder. Dat is uitgesloten in mijn manier van spelen en dus wordt er een verdediger gezocht, die voldoet aan de door mij gestelde criteria. En ja, als zij me vragen of er betreffende Roda ’46-spelers zijn, die aan die criteria voldoen, dan geef ik eerlijk antwoord. Uiteraard scheelt het dat zij mij goed kennen. Jongens uit het dorp regelen ze wel zelf. Roda ’46-spelers die komen, stonden echt al eerder in de belangstelling. Er zijn ook namen van spelers, die ik doorgeef.’

Heb je doelen meegekregen voor volgend seizoen?
‘Een belangrijk uitgangspunt is, wat nu daadwerkelijk de identiteit van de club is en hoe deze in de speelwijze terug te laten komen. Bij Roda ‘46 zijn we er mijns inziens met zijn allen in geslaagd dit goed gestalte te geven. Dat mensen van binnen- en buitenaf zeggen: dit voetbal hoort echt bij deze club. Dit is het voetbal, dat bij ons past. Eemdijk is in principe een club van mouwen opstropen. Dat is niet helemaal mijn spelopvatting. Er moet ook sprake zijn van enige mate van creativiteit. Gezien de veranderingen in de selectie voor volgend seizoen, is het belangrijk stabiliteit in het team brengen. Eemdijk is gepromoveerd met vijf spelers van buitenaf, die gaan stoppen en bovendien stoppen nu ook vijf spelers uit het dorp zelf. De club heeft als vaststaand beleid maximaal 5 spelers van buitenaf. Hoe groot de personele problemen in kwaliteit en kwantiteit ook mogen zijn.’
Heb je een vast of favoriet spelsysteem?
‘Ik heb geen vast systeem voor ogen. Er zijn wel dezelfde principes, die terug blijven komen en je terug kunt zien in het wedstrijdplan. Overal in het veld proberen we overtalsituaties te creëren. Je maakt een plan dat begint bij de kwaliteit van je eigen spelers en uiteraard ook bij de kwaliteiten van je tegenstander. Ik denk dat ik daar wel sterk in ben: vasthouden aan mijn eigen principes en geloven in wat je doet. Niet gaan switchen van spelopvatting en spelprincipes bij een stroeve uitvoering in de beginfase. Goed evalueren ‘welke stappen hebben we als team hierin gemaakt’. Je hebt wel een probleem als die niet zijn gemaakt. Maar je moet wel realist zijn. In de hoofdklasse speelde Eemdijk altijd aan de onderkant van de middenmoot. Vorig seizoen met een geweldige trainer (Patrick van Loenen) in één keer min of meer per ongeluk gepromoveerd, terwijl de onderkant van de middenmoot van de hoofdklasse eigenlijk het niveau was. Voor het Huizen-scenario (twee keer op rij gedegradeerd en middenmoter in de eerste klasse; ML) ben ik niet bang, vanwege het feit, dat er volgend seizoen een geheel andere selectie staat, die voor het grootste gedeelte een eventuele degradatie niet heeft meegemaakt. Aan de andere kant heb ik bij Roda ’46, dat was gedegradeerd, het andersom meegemaakt. Hoewel we daar in het begin ook last van leken te hebben, zijn we na die degradatie ook weer direct gepromoveerd. Het kan dus ook de andere kant op.’
Wedstrijdvoorbereiding
‘Bij Roda ’46 wilde ik het liefst drie keer per week trainen, maar de spelersgroep gaf aan dat niet te willen. Dat moet je dan als trainer respecteren. Je moet de spelers wel de gretigheid laten behouden om te voetballen. De trainingen staan dinsdag in het teken van conditionele accenten in relatie met technisch en tactische aandachtspunten en eigen speelwijze en donderdag trainen we op details van het wedstrijdplan voor de zaterdag. Ik laat beelden van mijn eigen team en die van de komende tegenstander zien. De informatie van tegenstanders komt onder anderen van een voetbalmaatje van mij, die wedstrijden analyseert en van beelden van VoetbalTV.

Wat zijn hun opvallendste wapens en hoe voorkomen we dat? In de wedstrijd wordt daar ook op gecoacht. Soms neem ik spelers uit een linie apart en leg alles uit. Tegen bijvoorbeeld DHSC uit Utrecht moeten we het meer in de omschakeling zoeken. Het wedstrijdplan bij de uitwedstrijd was vooraf goed doorgesproken en dat bleek ook te kloppen (1-2 winst). We veroverden veel ballen, maar helaas waren we te onrustig en te slordig in de voortzetting, waardoor we te weinig in de situatie kwamen om er voordeel uit te halen.’
Waar zou je je nog in kunnen ontwikkelen?
‘Ik ben een trainer die het aanvallende aspect leuk en belangrijk vindt. Leerpunt is, dat we ook wel eens lelijk mogen winnen. Ik blijf soms, ondank een ruime winst, de smoor in hebben over het vertoonde veldspel. Het is me altijd redelijk voor de wind gegaan en ben wel benieuwd hoe het me vergaat, als zaken wat minder voorspoedig verlopen en mensen het persoonlijk gaan trekken. Hoe ik daar mee omga, zullen we moeten afwachten. Maar ook dan verwacht ik eigenlijk wel, dat ik daar niet veel problemen mee zal hebben. Je moet gewoon jezelf zijn en normaal blijven doen. Waardering en erkenning krijgen, blijven natuurlijk altijd belangrijk voor een mens.’
Het is 29 september 2018. Roda ’46 en HC&FC Victoria 1893 hebben hun eerste competitiewedstrijd verloren en treffen elkaar op het Jagerspaadje in Hilversum. Roda ’46 komt met 2-0 achter en staat 10 minuten voor rust met een man minder op het veld, nadat de keeper uit het veld is gestuurd. Het is het sein voor Romp om alles uit de kast te trekken door zijn team en daardoor het wedstrijdresultaat positief te beïnvloeden. Romp motiveert, irriteert, provoceert en inspireert, maar blijft wel net binnen de grenzen van fatsoen. Hoe dan ook, de coaching naar zijn ploeg is vrijwel altijd voetbalinhoudelijk en niet emotioneel gerelateerd. Roda ’46 komt op de stand 2-2 zelfs met 9 man te staan na een tweede rode kaart, maar weet toch een gelijkspel over de streep te trekken. Een enorme kans voor de ploeg van Romp in de laatste minuut had een niet eens onverdiende overwinning kunnen betekenen, maar het resultaat van die dag bleek echter wel een sleutelwedstrijd te zijn geweest.
‘Een dikke grijns tekent het gelaat van Romp bij het memoreren van betreffende wedstrijd. ‘Ja, dat was wel een bijzondere pot. Dat hoog in de emotie zitten en op alle manieren het resultaat proberen te beïnvloeden, dat herken ik enorm. Vroeger had ik dat veel erger, maar toen overzag ik het soms allemaal niet, nu wel. Je moet inderdaad oppassen dat dat niet tegen je gaat keren. In het begin ben ik wat drukker, omdat spelprincipes vaak nog niet goed worden uitgevoerd en coaching belangrijk is. Ik zou dat nooit helemaal willen verliezen. Zoals tegen bijvoorbeeld Victoria. Trainers die wat meer succes hebben, zijn toch die coaches, die zich wat drukker maken langs de lijn. Bovendien is het ook zo dat ik denk, dat ik de focus zou kunnen verliezen als ik alleen maar rustig langs de lijn zou zitten. Die bevlogenheid zal altijd in mij blijven. Als spelers het moeilijk hebben, gooi ik het maar overboord, zoals bij Victoria. Al vond ik zelf, dat ik wel wat te ver ging, maar het eindresultaat bleek wel een kantelpunt.’
‘Na deze wedstrijd ging het steeds beter en pakten we onverwacht ook nog de eerste periodetitel. Het was het achteraf zeker waard. Voorwaarde is, dat het beïnvloeden wel over voetbalzaken moet gaan. Over scheidsrechters maak ik me maar niet te druk, maar het mag inderdaad soms wel een onsje minder. Maar gelukkig zien de spelers van mij ook wel het verschil tussen de trainer Willem Romp en Willem Romp als mens. En nu in de nieuwe situatie bij Eemdijk gaan we de zaken ook rustig aanpakken. Je moet aanvoelen welke groep welke aanpak nodig heeft. En ik denk ook dat ik qua trainer en als mens en ook zeker gezien mijn werkachtergrond, genoeg ervaring en mensenkennis heb om de goede benadering te vinden, om zo samen het beste in elkaar naar boven te brengen.’
